1A First Alternative

Fax

Deze handleiding is voor oudere systemen en/of software en wordt niet langer onderhouden.

Met de module 'fax' in de 1A-manager kunt u bepalen of de fax opgeslagen, doorgestuurd of geprint moet worden. Daarnaast geeft de faxmodule een overzicht alle ontvangen, verstuurde en nog te versturen faxen.

uitgaande wachtrij faxen
In de uitgaande wachtrij wordt aangegeven welke faxen nog verzonden moeten worden door de server. Als een fax nog verzonden moet worden is het ook mogelijk de fax te verwijderen. De fax wordt dan niet verstuurd. Als een fax verzonden is, wordt deze verplaatst naar logboek vezonden faxen.

logboeken
De logboeken van verzonden en ontvangen faxen houden bij hoeveel faxen u verzendt en ontvangt. Deze zijn bedoeld ter informatie, en bieden een centraal archief voor het nazoeken van uw faxberichten. Bij de de verzonden faxen is het tevens mogelijk een fax nogmaals te verzenden door op herzenden te klikken.

Benodigdheden

Voor deze handleiding heeft u nodig:

  • Een computer verbonden met uw 1A-server
  • Een browser, bijvoorbeeld Internet Explorer of Firefox
  • Een gebruikersnaam en wachtwoord voor de 1A-manager
  • Een werkende faxinstallatie op uw 1A-server. Nog geen faxinstallatie? Neem contact op met uw 1A-partner

Stappen

1
Open de fax-module
  • Ga naar telefoniefax
2
Instellingen voor binnenkomende faxen veranderen
  • Kies het gewenste bestandsformaat bij bestandsformaat fax
  • Als u de faxen wilt opslaan, vink opslaan in de share "fax" aan
  • Als u de faxen wilt e-mailen, vink e-mail naar aan en selecteer het e-mail adres
  • Als u de faxen wilt printen, vink printen naar printer aan en selecteer de printer
  • Klik op opslaan
Instellingen voor binnenkomende faxen veranderen
3
Fax verwijderen voordat deze verzonden is
  • Ga naar uitgaande wachtrij faxen
  • Klik op verwijder bij de onverzonden fax